Alcohol

  1. De afbraak van alcohol
  2. Levercirrose
  3. De beneveling van alcohol
  4. Lees ook

Alcohol is een voedingsstof, welke behoort tot de groep alcoholen (of: alkanolen). Het bestaat uit de elementen koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). Er zijn verschillende soorten organische verbindingen. De eenvoudigste alcohol heeft slechts 1 koolstofatoom en is bekend onder de naam methanol.  Methanolmengsels worden vaak gebruikt als brandstof voor raceauto’s. De alcohol die we vinden in ons drankje heeft de chemische naam: ethanol. Het bestaat uit twee koolstofatomen, met een van deze verbonden aan de OH-groep. (Alcoholen zijn organische verbindingen waarin één aan van de koolstofatomen een hydroxylgroep, de OH-groep is verbonden.) De scheikundige formule van ethanol is:  C2H5OH.


De afbraak van alcohol

Alcohol levert net als koolhydraten, vetten en eiwitten energie aan ons lichaam. Het wordt volledig en snel door het lichaam opgenomen. Via de slokdarm komt het in de maag terecht. Via de maagwand wordt twintig procent van de alcohol in het bloed opgenomen. De rest gaan via de maag in de dunne darm. In de dunne darm wordt de alcohol snel in het bloed opgenomen. Na de dunne darm gaat het bloed naar de lever, alwaar de alcohol wordt afgebroken. De lever breekt ruim 95% van alle alcohol in het lichaam af. De andere 5% verlaat het lichaam via de urine, adem en zweten. De lever doet één tot anderhalf uur over de afbraak van één standaardglas alcohol. Bij een inname van 4 glazen is de lever dus 4 tot 6 uur bezig om de alcohol af te breken. Koffie, bewegen, een koude douche of een wandeling in de frisse lucht zullen het afbraakproces niet kunnen versnellen. Als alcohol wordt afgebroken ontstaat eerst aceetaldehyde, een stof die nog giftiger en dus nog schadelijker is dan de alcohol zelf. Aceetaldehyde wordt omgezet in azijnzuur en dat wordt vervolgens afgebroken tot koolzuurgas en water.


Levercirrose

Alcohol levert meer energie dan koolhydraten. Ze wordt niet opgeslagen in het lichaam, maar levert direct energie. De lever wordt er niet gelukkig van. Zij moet zorgen van de afbraak van de alcohol en het uitvoeren van haar andere taken, zoals het opslaan van vetoplosbare vitamines en het verteren van eiwitten, worden hierdoor bemoeilijk. Het kost de lever veelinspanning om alles tot een goed einde te brengen. Buitensporig alcoholgebruik kan daarom leiden tot vergiftiging van de lever: levercirrose. De hoeveelheid alcohol die de lever kan omzetten is afhankelijk van het specifieke enzym ADH. Het lichaam heeft hiervan slechts een kleine hoeveelheid en deze hoeveelheid is er eigenlijk alleen op gebaseerd de alcohol af te breken die ons lichaam zelf produceert. Soms produceert het eigen lichaam namelijk kleine hoeveelheden alcohol tijdens de afbraak van koolhydraten.  Bacteriën in de darmen produceren eveneens een kleine hoeveelheid alcohol.


De beneveling van alcohol

Via het bloed bereikt de alcohol na ongeveer tien minuten de hersenen en vanaf dat moment ben je onder invloed. Wanneer er voedsel in de maag zit, duurt de opname van alcohol iets langer. Alcohol beïnvloedt  in de hersenen de manier waarop zenuwen signalen aan elkaar doorgeven. Ze verdooft de hersenen en dit heeft effect op stemming en gedrag.  Men voelt zich minder geremd, heeft minder zelfkritiek, het vermindert het geheugen en concentratie. Het drinken van alcohol veroorzaakt niet bij iedereen hetzelfde bloedalcoholgehalte. Het betreft hier het aantal gram alcohol per liter bloed. Omdat de alcohol verdeeld wordt over de totale hoeveelheid lichaamsvocht zal iemand met een zwaar gewicht minder van eenzelfde hoeveelheid alcohol merken dan iemand met minder lichaamsgewicht. Voedsel in de maag kan ervoor zorgen dat de alcohol op een gelijkmatiger en langzamer manier in het bloed wordt opgenomen.  De lichamelijke conditie van de drinker en eventueel medicijngebruik zijn eveneens van invloed op het bloedalcoholgehalte. Eén standaardglas alcohol bevat 10 gram alcohol en leidt gemiddeld tot een promillage van 0,2 bij mannen en 0,3 bij vrouwen.


Lees ook