Energie

  1. Energie en calorieën
  2. Energie bestaat uit verbranding
  3. Lees ook

Energie is kracht en/of warmte en wordt uit voeding omgezet door verbranding. Simpel gezegd komen energieleverende stoffen ter beschikking in ons lichaam door het eten van voeding. De voedingswaarde van voedsel wordt bepaald door de diversiteit, de hoeveelheid en de onderlinge verhouding van de voedingstoffen. Op dit moment zijn er zo’n vijftig stoffen bekend die onmisbaar zijn voor het goed functioneren van de mens. Voedingstoffen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën. Eiwitten, koolhydraten, vetten en alcohol zijn voedingstoffen die energie leveren. Dan zijn er voedingstoffen die geen energie leveren, maar wel leverancier zijn van de nodige bouwstenen en hulpstoffen voor alle belangrijke lichaamsprocessen. De bekendste hiervan zijn de mineralen en vitaminen.


Energie en calorieën

In het lichaam worden voedingstoffen afgebroken tijdens het spijsverteringsproces. De hoeveelheid energie die hierbij vrijkomt, wordt uitgedrukt in kjoules. Vroeger werd energie weergegeven in de term (kilo)calorie. De calorie is echter de eenheid van warmte, terwijl de energetische waarde van voeding veel meer belang heeft als kracht. Daarom gebruikt men officieel liever de term:  joule. De voedingswaarde van een product wordt weergegeven als kJ (kilojoules). Eén kcal komt overeen met 4,184 kjoules. Een lichaam heeft altijd energie nodig om te kunnen functioneren. Als het lichaam veel in beweging is of veel kracht nodig heeft, heeft het meer energie nodig dan wanneer het lichaam in rust is (bijvoorbeeld tijdens de slaap). Toch heb je gedurende de rustperiodes ook energie nodig, bijvoorbeeld om – onder andere- het hart te laten kloppen ,voor de ademhaling, de spijsvertering, de bloedsomloop en om het lichaam op temperatuur te houden (37 graden). De energiebehoefte van het lichaam in rust, wordt de ruststofwisseling of het basaal metabolisme genoemd. De hoeveelheid energie die de mens nodig heeft, hangt van vele factoren af. Van invloed hierop kunnen zijn factoren als stress, ziekte, hormoonwerking, als ook lichaamsgrootte, gewicht en geslacht. De spijsvertering heeft invloed op de ruststofwisseling. Eten activeert de spijsvertering en verhoogt daarmee de ruststofwisseling. Door de ingewikkelde structuur van eiwitten kost afbraak hiervan de meeste energie. Dan is er nog de energie die we gebruiken om dingen te kunnen doen, zoals bewegen. Er is veel onderzoek gedaan naar het energieverbruik door beweging. Een respiratiecalorimeter is een instrument om het energieverbruik van verschillende activiteiten te meten.


Energie bestaat uit verbranding

De energie die wij continu verbruiken, zal moeten worden aangevuld. Dit gebeurt via het voedsel. Zoals de inleiding al heeft vermeld, halen we de energieleverende voedingstoffen uit koolhydraten, eiwitten, vetten en alcohol. Ze bevatten chemisch gebonden energie die vrijkomt bij verbranding. Nu is het niet zo dat je aan de hand van de joules die deze voedingstoffen leveren een voldoende voedzame of gezonde maaltijd kunt samenstellen. Helaas levert niet iedere voedingsstof ook nuttige energie. Vet en alcohol zijn bijvoorbeeld leveranciers waar je niet teveel van wilt binnenkrijgen. Vet heb je wel nodig bij het verbrandingsproces. Koolhydraten kunnen als suikers of als zetmeel voorkomen.  Suikers leveren energie, maar hebben neveneffecten bij overdadig gebruik en de energie die ze leveren zijn over het algemeen van zeer korte duur. De energiebehoefte is afhankelijk van het geslacht, leeftijd en activiteiten. Je kunt stellen dat het de behoefte aan energie is, die voor het grootste deel bepaalt hoeveel voedsel je nodig hebt. Er bestaan tabellen die globale richtlijnen bieden over hoeveel energie mannen of vrouwen en kinderen dagelijks nodig hebben.



Lees ook