Koolhydraten

  1. Functie
  2. Drie groepen
  3. Bloedsuikerspiegel
  4. Lees ook

Koolhydraten zijn, naast eiwitten, vetten en alcohol, de belangrijkste en grootste energieleveranciers voor ons lichaam. Dit komt omdat de omzetting van koolhydraten naar energie sneller verloopt aangezien ze veel gemakkelijker toegankelijk zijn voor omzetting en daardoor sneller in het glycogeendepot terecht komen. Glucose is brandstof voor het lichaam en alle lichaamscellen hebben glucose nodig die voor de energie zorgt om goed te kunnen functioneren.


Functie

Koolhydraten zorgen voor directe energie. Het lichaam heeft deze energie nodig om te kunnen functioneren. Vetten leveren net als koolhydraten energie, maar de vetten worden door het lichaam opgeslagen als energievoorraad. Koolhydraten kunnen in de vorm van glucose direct beschikbaar gesteld worden als brandstof voor de cellen. Voor de rode bloedlichaampjes, hersen- en zenuwcellen is glucose de enige energiebron. Andere lichaamscellen kunnen ook uit vetten energie halen. Koolhydraten zijn samengesteld uit de basiselementen koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). Voor deze verbindingen gebruiken we de naam suikers of sachariden.


Drie groepen

Koolhydraten (sachariden) kunnen worden onderverdeeld in drie groepen:De monosachariden of enkelvoudige koolhydraten zijn de kleinste koolhydraatmoleculen en vormen de bouwstoffen voor alle koolhydraten. Voorbeelden van deze sachariden zijn glucose (druivensuiker) en fructose (vruchtensuiker) en galactose (een bestanddel van melksuiker die wordt gevormd in de melkspier van mens en dier).Disachariden of tweevoudige koolhydraten zijn opgebouwd uit twee met elkaar verbonden monosachariden. Suiker is hiervan een heel bekend voorbeeld. Andere voorbeelden zijn lactose (melksuiker), en maltose (moutsuiker).Tenslotte is er de groep polysachariden of de meervoudige koolhydraten. Zij bestaan uit meerder monosachariden, meestal meer dan 20. Bekende voorbeelden hiervan zijn zetmeel, glycogeen en voedingsvezels.


Bloedsuikerspiegel

Meervoudige koolhydraten spelen de belangrijkste rol omdat ze geleidelijk in glucose worden omgezet en zorgen voor een gelijkmatige aanvoer van energie. Bij het verbruik van zetmeelhoudende koolhydraten samen met voedingsvezels of onverteerbare koolhydraten duurt het verzadigingsgevoel langer en wordt het hongergevoel beter op afstand gehouden. Daarom genieten  volkorenproducten, granen, aardappelen, peulvruchten, zilvervliesrijst, vers fruit, groenten en rauwkost een duidelijke voorkeur. Eenvoudige koolhydraten worden geput uit suiker, koek, honing, frisdranken en gebak. De eenvoudige koolhydraten komen snel in het bloed terecht. Ze verhogen de bloedsuikerspiegel en geven een kort verzadigingsgevoel. De bloedsuikerspiegel gaat snel dalen, zodat men langzamerhand weer hongerig wordt. Het teveel aan eenvoudige koolhydraten wordt in vet omgezet en opgeslagen.


Lees ook