Pepernoten
Pepernoten waren oorspronkelijk koekjes die gebakken werden uit de resten van deeg voor peper- en kruidkoeken. Ze werden in de 16e eeuw al uitgedeeld aan kinderen op het Sinterklaasfeest. Pepernoten noemen we tegenwoordig ook vaak kruidnoten, maar sommigen beweren dat dit onjuist is. Kruidnoten zouden een hardere structuur hebben en van een ander soort deeg gemaakt worden. Ze lijken wel veel op de pepernoten, omdat er in beide soorten speculaaskruiden zitten.
Pepernoten worden sinds de 18e eeuw gemaakt van speculaaskruiden. De specerijen (peper, nootmuskaat, kaneel, gember en kruidnagelen) werden uit het Verre Oosten naar ons land verscheept. Er zijn kookboeken uit de 19e eeuw met recepten voor het maken van pepernoten. Het is ook sinds de 19e eeuw dat we Sinterklaas vieren met pepernoten. Vanaf deze tijd komt de Sint ook op huisbezoek en is het gebruikelijk dat de Pieten pepernoten door de kamer strooien. De strooiende arm zou wijzen op het oude symbool van vruchtbaarheid: op de boer die zijn akker met zaad bestrooid. Het is een oud gebruik dat dit vruchtbaarheidsritueel begin december wordt uitgevoerd. Voor Sinterklaas zijn kinderen het symbool van vruchtbaarheid, en daar past het strooien van pepernoten dan ook weer goed bij. Een ander ontstaansverhaal voor het strooien is dat Zwarte Piet de volle maan in een zak stopt en deze later verstrooit als kleine sterretjes, zogenaamde lichtjes in de duisternis zodat mensen de donkere wintermaanden beter doorkomen. Tegenwoordig zitten er ook andere snoepjes tussen de pepernoten. Vroeger waren het muntstukken. Het is het verhaal van een oude legende, dat vertelt over de heilige Sint Nicolaas die drie jonge vrouwen tegen kwam. De vader van deze vrouwen kon geen bruidschat betalen en dwong de dochters de prostitutie in te gaan. Sint Nicolaas wierp ze munten toe waarmee ze toch hun bruidsschat konden betalen.
Pepernoten maken is een leuke bezigheid, ook voor de kinderen. Meng 250 gram zelfrijzend bakmeel met 125 gram lichtbruine basterdsuiker, 100 gram zachte boter, 1 eetlepel speculaaskruiden, 3 eetlepels melk en een mespuntje zout tot een soepel deeg. Laat het deeg een uur op een koele plaats rusten. Haal kleine stukjes van het deeg en maak er bolletjes van. Leg ze op gelijke afstand op een ingevet of met bakpapier beklede bakplaat. Zet de bakplaat in het midden van een oven die is voorverwarmd op 150 tot 160 graden Celsius. De bolletjes zijn na een kwartier tot twintig minuten gaar.