Glutenallergie (coeliakie)
Gluten is de naam voor een eiwit dat voorkomt in tarwe, rogge, spelt, kamut en haver en natuurlijk alle producten die van deze granen zijn gemaakt (onder andere brood, pasta, gebak en dergelijke). Gluten zitten ook in producten waar je het helemaal niet zo snel verwacht, bijvoorbeeld in soepen, sauzen, snoep, ijs en bier. Een intolerantie of allergie voor gluten levert problemen op met de dunne darm. Glutenallergie wordt ook glutenintolerantie genoemd of coeliakie.
Een allergie voor gluten is niet te genezen. Mensen met een glutenallergie moeten producten met gluten vermijden. Het eten van gluten levert bij hen een beschadiging op van het slijmvlies van de dunne darm en veroorzaakt ontstekingreacties. Het lichaam is dan niet meer in staat om belangrijke voedingstoffen uit de darmen op te nemen. Mensen bij wie de darm lange tijd beschadigd is, hebben een verhoogd risico op kanker. Als de darm niet meer te herstellen is, spreekt men van ‘refractaire coeliakie’. Een glutenvrij dieet helpt dan niet meer. Maar hoe eerder de glutenallergie wordt ontdekt, hoe beter de kans op herstel van de dunne darm. Dat kan alleen bereikt worden met een glutenvrij dieet.
De ziekteverschijnselen kunnen per persoon erg verschillen. Bij een baby worden de symptomen pas kenbaar als ze zes maanden oud zijn en reageren op de eerste broodkorstjes of pap op basis van tarwebloem. Bij een volwassene kan een glutenallergie zomaar blijken te ontstaan, maar vaak is het zo dat er al lange tijd wat vage klachten waren. De klachten kunnen variëren. Er kan sprake zijn van diarree, maar ook van verstopping, gewichtsverlies maar ook gewichtstoename (overgewicht). Ook klachten als bloedarmoede, botontkalking of een depressie komen voor.
Glutenallergie komt veelvuldig voor met andere auto-immuunziekten, zoals suikerziekte type 1 en schildklierafwijkingen. Ook komt het vaak samen met een lactose-intolerantie en botontkalking. Daarnaast wordt de glutenallergie bovengemiddeld geconstateerd bij mensen met het syndroom van Down, het syndroom van Turner en het syndroom van Williams.
In het glutenvrije dieet zijn alle producten waarin gluten voorkomen verboden. Het verbod geldt ook voor alle producten die worden gemaakt in fabrieken die granen verwerken of waarmee het product in aanraking kan zijn geweest. Gelukkig kunnen deze granen vervangen worden. Naast de glutenvrij gemaakte meelsoorten kun je kiezen voor gierst, rijst, maïs, aardappel, soja, quarpitmeel, tapioca, arrowroot, agar-agar, johannesbroodboompitmeel, gelatine, sago, xanthaangom, mits deze niet gemengd zijn met glutenbevattende meelsoorten (bijvoorbeeld maïsmeel of tarwezetmeel). De meeste mensen zullen in het begin van het dieet nog last hebben van een heel gevoelige darm. Ze kunnen daarom beter voedingsmiddelen mijden die de darm overmatig prikkelen (vetten, noten en zaden, koolsoorten en uien, kruiden en specerijen). Ook kunnen beter alle producten gemeden worden die bekend staan om hun constiperende werking.