Hachee

Hachee is een heerlijk winters gerecht. Het woord komt uit het Frans en het betekent ‘hakken’. Hachee wordt al eeuwen gemaakt. Er bestaan beschrijvingen van middeleeuwse buffetten waar de bereidingswijze wordt beschreven. Waarschijnlijk werd de hachee destijds gemaakt van resten van braadvlees. Met hachee bedoelen we tegenwoordig een traditioneel stoofgerecht dat gemaakt wordt van blokjes of stukken vlees, vis, gevogelte en groenten. De Nederlandse hachee wordt gemaakt van grove stukken rundvlees, uien en een zuur (wijn of azijn). Deze hachee wordt veel gezien als een typisch Brabants gerecht. Hachee wordt traditioneel geserveerd met rode kool, appel, appelmoes, aardappelen (aardappelpuree) en soms ook met rijst.

Hachee is niet moeilijk om te maken, het heeft alleen een lange bereidingstijd nodig. Deze hachee heeft door de stroop en ontbijtkoek een zoete smaak. De meeste kinderen vinden hem daarom ook erg lekker. Snijd 750 gram rib/runderlappen in grote stukken en verhit ze in een pan met 50 gram boter op middelhoog vuur. Bak ze in 10 minuten bruin. Snipper 3 grote uien en bak deze 5 minuten mee. Voeg 2 laurierblaadjes, 4 kruidnagels, 3 eetlepel rode wijnazijn, 1 eetlepel appelstroop en 1 vleesbouillontablet toe. Schenk er 400 ml water bij. Het vlees moet met het vocht bedekt zijn. Breng alles aan de kook en zet daarna het vuur laag. Stoof de hachee met de deksel op de pan minimaal twee uur. Voeg, als er te veel vocht verdampt, een extra scheut water toe. Verkruimel een plakje ontbijtkoek boven de pan en laat de koek in het stoofvocht oplossen. Verwarm de hachee voor gebruik nog eens 5 minuten en breng op smaak met zout en peper. Je eet deze hachee met rode kool met appeltjes en aardappelpuree. Als je de volgende dag nog wat over hebt, smaakt het heerlijk met Belgische friet en een groene salade.