Veel gebruikte kruiden in de keuken

1. Basilicum
2. Dille
3. Oregano
4. Lees ook

Naast zout en peper zijn ook kruiden onmisbaar in de keuken. Kruiden maken gerechten niet alleen extra geurig en smakelijk, ze bevatten daarbij ook nog eens tal van geneeskrachtige eigenschappen. Kruiden zijn er in verschillende varianten. U kunt ze in gedroogde vorm voor langere tijd bewaren. U kunt ze invriezen en zo langere tijd bewaren. U kunt ze ook vers toepassen. Over het algemeen stimuleren kruiden de eetlust en helpen ze de spijsvertering. In dit artikel treft u een beschrijving van een aantal kruiden aan die veel voorkomen in de keuken.

Basilicum

Basilicum is al meer dan duizend jaar in gebruik en populair In de Griekse en Italiaanse keuken. Het vindt zijn oorsprong in Azië. Ontdekkingsreizigers en soldaten hebben het kruid in eerste instantie naar de landen rond de Middellandse Zee geïntroduceerd. Basilicum wordt veel gebruikt in tomatengerechten, bij kaasgerechten en in oosterse gerechten. Basilicum kan gedroogd toegepast worden maar smaakt het lekkerst als zij vers wordt gebruikt. In dat geval mag ze niet met het gerecht meekoken en wordt zij als laatste aan het gerecht toegevoegd. Basilicum heeft opwekkende, krampwerende, hoestdempende geneeskrachten. In verse vorm is zij heilzaam voor de spijsvertering en is ze ontstekingsremmend. Bieslook: is al eeuwenlang in gebruik bij de Chinezen als keukenkruid. Zij gebruikten het ook als een tegengif bij diverse soorten vergiftigingen. Via Azië heeft het kruidrond de 16e eeuw Europa bereikt. Bieslook geeft gerechten een uien-achtige smaak. Verse bieslook doet het goed in salades. Het aroma van verse bieslook is sterker in verse vorm dan in de gedroogde versie. Bieslook werkt zacht laxerend, bevordert de eetlust, en is vochtafdrijvend.

Dille

Dille is een kruid die afkomstig is van het Midden-Oosten en Zuid-Europa. De Egyptenaren, Joden, Grieken en Romeinen gebruikten dille voor haar geneeskrachtige werking. Het kruid is door monniken in Europa verspreid. In de Middeleeuwen werd dille gebruikt om heksen te verdrijven. Dille is een verbastering van het Oud-Saksische woord “dilarm” wat “in slaap wiegen” betekent. Dille wordt veel in de Scandinavische keuken gebruikt. Het smaakt heerlijk bij vis, maar ook prima bij kalfvlees, kip en kaas. Het kruid is rijk aan vitamine C, werkt hoestwerend en bestrijdt winderigheid en de zaden bevorderen de nachtrust. Het werkt stimulerend bij borstvoeding.   Koriander:  is met zekerheid een van de oudste keukenkruiden. Het werd gebruikt in de Bijbel  als een van de bittere kruiden die gebruikt werden bij de rituelen van het Joodse paasfeest. De Romeinen gebruikten het kruid om gemengd met azijn vlees in strijken om bederf te voorkomen. Koriander is inderdaad schimmelwerend en bacteriedodend. De Romeinen brachten het plantje mee naar West- Europa. Men maakt veel gebruikt van dit keukenkruid in de Indiase, Griekse en Thaise keuken, in stoofschotels, kipgerechten, salades en sauzen. Koriander bevordert de eetlust, voorkomt een opgeblazen gevoel en verminderd branderigheid van de maag. Het helpt ook bij griep, verkoudheid en stress.

Oregano

Oregano is afkomstig van de landen rond het Middellandse Zeegebied, en wordt in de Griekse en Italiaanse keuken in overvloed gebruikt. Een pizza kan niet zonder. In Nederland wordt oregano ook wel palingkruid genoemd omdat het veel bij gerechten met paling wordt gebruikt. Oregano past in tomatenschotels, bij gebraden groenten of aardappelgerechten. Oregano heeft een sterke smaak en kan daarom beter met mate gebruikt worden. Het heeft een heerlijk aroma. Oregano heeft een ontsmettende en pijnstillende werking. Verder verlicht oregano hoofdpijn en menstruatiepijnen.  Peterselie:  vindt zijn oorsprong in het gebied rond de Middellandse Zee. Het is een van de meest gebruikte tuinkruiden, zowel als smaakmaker als schotelversiering als afwerking van gerechten. Peterselie verfijnt de maak van soepen, vis, kip en kruidenboter. In peterselie zitten vele vitamines, waaronder vitamine A en C en het bevat ook veel ijzer en kalk. Het kruid is bloedzuiverend, eetlustopwekkend en kalmerend en helpt bij hoofdpijn en leverkwalen, ook nuttig bij nierstenen. Kauwen op een peterselieblad helpt de knoflookgeur verdwijnen en geeft een frisse adem.