Paneren

Het paneren van vlees, kip, vis of kaas zorgt bij het bakken voor een krokant korstje. Je kunt paneren met bloem en paneermeel, broodkruim, beschuitkruimels of cornflakes. Om de paneer aan het product te laten hechten, is een plakmiddel nodig, bijvoorbeeld een losgeklopt ei of eiwit.

Als je een product wilt kruiden om het op smaak te brengen, moet je dat voor het paneren doen. Na het paneren gaat dat niet meer. Je kunt de kruiden of specerijen ook door de paneer mengen. Gebruik voor het paneren diepe borden waar je het product in kunt wentelen. Bestuif vlees of vis eerst met wat gezeefde bloem. Wentel het door een losgeklopt ei en vervolgens door de paneer. Je kunt het nu braden in een braadpan of koekenpan. Schuif het product niet over de bodem, maar keer het eenmalig voorzichtig om met behulp van een spatel en een vork (niet in het product prikken).

Lees ook

  • Inkoken
    Inkoken is een kooktechniek waarbij vloeistof een dikkere structuur en sterkere smaak krijgt door (sterke) verhitting.
  • Snelkookpan
    De snelkookpan wordt ook wel hogedrukpan genoemd, omdat het een afgesloten pan is waarin producten onder hoge druk worden gekookt. De temperatuur in de pan kan tot hoger
  • Trekken
    Trekken is een kookterm waarmee men bedoelt het in de vloeistof over laten gaan van geur- en smaakstoffen van producten als vlees, bis, wild, gevogelte of groenten. Het w