Passeren (zeven)

Passeren (zeven) is het filteren van vloeistoffen door een zeef. Dat wordt gedaan om vloeibare en halfvloeibare bestanddelen te ontdoen van vaste bestanddelen. Hoe fijner daarbij de zeef, des te gladder en/of helderder het resultaat. We kunnen vier soorten zeven onderscheiden: een bolzeef (grof), puntzeef (grof), passeerdoek (fijn) en haarzeef (zeer fijn).

Bolzeef Een bolzeef kan gebruikt worden voor alles wat gezeefd moet worden. Het wordt onder andere gebruikt voor het zeven van soepen en sauzen, maar ook voor het strooien van poedersuiker. Puntzeef Een puntzeef wordt ook wel een chinois genoemd. Het wordt gebruikt om bijvoorbeeld bouillon te zeven of filteren. Door de tuit aan de onderkant kan de te zeven inhoud in een straal naar een kleinere pan of schaal gefilterd worden. Passeerdoek Soms wordt in de puntzeef een passeerdoek gelegd. Het is een fijne doek die lijkt op een theedoek, maar het materiaal is speciaal gemaakt om vloeibare etenswaren heel fijn te kunnen zeven. Haarzeef Een haarzeef (tamis) is een zeef met een heel fijn draadwerk. De haarzeef heeft een dicht geweven maas die strak over een rond frame is gespannen. Het materiaal daarvan kan zijn gemaakt van nylon, zijde of metaal. Je kunt de zeefbodem vaak verwisselen. Het frame kan uit diverse materialen zijn gemaakt: hout, plastic of metaal en is in verschillende diameters verkrijgbaar. De haarzeef is bijzonder geschikt voor het zeven van bloem.

Lees ook

  • Roken
    Voedsel roken is een kooktechniek die onze voorouders al deden. Vroeger werd dit vooral gedaan om voedsel langer houdbaar te maken. Tegenwoordig wordt voedsel op deze man
  • Afschuimen
    Tijdens de bereiding van bijvoorbeeld soep, bouillon, jam, gelei of suikerstroop verschijnt er vaak schuim en drijven er andere (ongewenste) stoffen naar boven. Het schui
  • Infuseren
    Een infusie is het laten intrekken van smaakstoffen in vloeistoffen of vaste producten zodat zij hun aroma afgeven. Het bekendste voorbeeld is thee waarbij thee gemaakt w