Haringvangst en vlaggetjesdag
Het haringseizoen begint dit jaar op woensdag 6 juni. Op die dag wordt het eerste vaatje haring geveild, een traditie die al eeuwen in stand wordt gehouden. De veiling is het startsein voor de verkoop van de haring. De verkoop van de ‘Hollandse Nieuwe’ wordt in havenplaatsen als Scheveningen, Zoutkamp en Urk uitbundig gevierd onder de noemer: vlaggetjesdag. Hiervan is Scheveningen de meest bekende en drukst bezochte. Oorspronkelijk vierde men vlaggetjesdag op de zaterdag vóórdat de schepen uitgingen om op haringvangst te gaan. Nu wordt het de zaterdag na de eerste veiling gevierd. Dit jaar dus op zaterdag 9 juni.
Het wettelijk vaststellen van een dag voor de verkoop van haring heeft een reden. Vanaf deze dag mogen handelaren hun haring verkopen en niet eerder. Doen ze dat wel, dan riskeren ze een fikse boete. Het wettelijk bepalen van een eerste verkoopdag voorkomt voortijdige verkoop van nog niet volledig volgroeide haring. Ieder jaar wordt opnieuw een datum bepaald door de vissector en deze wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Hollandse Nieuwe is de benaming voor de eerste, jonge haring van het seizoen. Een ander woord voor deze haring is maatjesharing, een woord afkomstig van maagdenharing. De jonge vis bevat namelijk nog geen hom of kuit. Ieder jaar doorloopt de haring een zelfde cyclus. In het voorjaar groeit de haring door de aanwezigheid van plankton waar hij zich tegoed aan doet. Hierdoor wordt hij elke dag 2 procent vetter tot hij in mei ongeveer een vetpercentage van 16 procent heeft bereikt. Op dat moment kan het haringseizoen beginnen, een periode waarop men op maatjesharing mag vissen. Haring wordt op traditionele manier bewerkt (gekaakt), gezouten en gefileerd. Men eet de haring in Nederland niet overal hetzelfde. Dat heeft alles te maken met historische omstandigheden. Amsterdammers eten hem anders dan Rotterdammers. In Rotterdam pakken ze hem bij de staart en halen ze hem door de uitjes. De haring wordt boven de mond gehangen en zo opgegeten. In Amsterdam ligt de haring in stukjes gesneden op een bordje. De uitjes liggen ernaast. Vroeger hadden de Amsterdammers het niet zo ruim en om dan toch mee te doen, kon je bij de haringverkoper partjes van de haring kopen. Dan kon je hele gezin toch genieten van de nieuwe haring, want daar wilde je niet van afzien hoe krap je het ook had. Vroeger kwam de haring via Vlaardingen binnen. Om de vis goed te houden, werd deze gezouten. Hoe verder de reis, hoe zouter de vis. Nog steeds wordt de haring in de kuststreek minder zout gegeten dan bijvoorbeeld de streken dieper in het land. In Brabant eten ze nog steeds liever een wat zoutere, kleine haring in één stuk.
Vroeger mocht het eerste schip dat met de haringvangst de haven binnenkwam het eerste vaatje veilen. Tegenwoordig gaat de opbrengst van het eerste vaatje altijd naar een goed doel. Vorig jaar was de opbrengst van 67.500 euro voor Jantje Beton.